Op 8 oktober was Thomas Decreus, promovendus in de politieke filosofie aan de Universiteit Leuven, te gast in Utrecht bij de tweede bijeenkomst van de Banningleergang. In een vlammend betoog haakte hij de onderwerpen technocratie, de Occupy-beweging en de dominantie van het neoliberale paradigma aan elkaar en prikkelde sociaaldemocraten om actie te ondernemen.

In een technocratie wordt de samenleving ingericht op basis van objectieve standaarden of een wetenschappelijke basis, aldus Decreus. Dat klinkt uiterst aantrekkelijk. Politiek gaat echter over het maken van keuzes, op basis van ideologie. In een technocratie depolitiseert het debat, door de gedachte dat er een optimale uitkomst is van een in essentie politiek vraagstuk.

De moderne technocratie, zoals je deze terug ziet komen binnen de Europese Unie, is geënt op het neoliberale gedachtegoed. De technocraat doet wat hem wordt voorgeschreven volgens de regels van de vrije markt. Over de vraag of de vrije markt de beste wijze is om de samenleving vorm te geven, is weinig discussie. Het neoliberale denken is dusdanig dominant, dat de voorgeschreven recepten op economisch gebied te weinig ruimte laten voor andere politieke keuzes.

De sociaaldemocratie gaat hierin mee. Voor de crisis van 2008 gebeurde dat openlijk, in de vorm van de Derde Weg. Hoewel de financiële crisis de aanleiding bij uitstek is om het huidige economische systeem ter discussie te stellen, doen we dit feitelijk niet. We proberen het juiste te doen binnen de mogelijkheden die het systeem ons biedt. In Nederland kiezen we het beleid dat het beste uit de doorrekening van het CPB komt. De PvdA doet binnen de huidige coalitie haar best de effecten van de crisis zo eerlijk mogelijk te verdelen. Daadwerkelijk nivelleren betekent volgens Decreus echter dat we de onderliggende trend, die de kloof tussen arm en rijk laat groeien, aanpakken. Dan zouden we het bestrijden van werkeloosheid boven het terugdringen van het begrotingstekort moeten verkiezen.

Thomas Decreus tijdens de Banningleergang.
Thomas Decreus tijdens de Banningleergang.

Marktsoevereiniteit en depolitisering

Decreus ziet dat de volkssoevereiniteit van de democratie wordt vervangen door de marktsoevereiniteit. De markt dwingt ons bijvoorbeeld om het tekort terug te dringen. De politiek staat niet meer ter dienste van het volk, maar ten dienste van de economie en wat deze volgens het vrije marktdenken nodig heeft. De politicus verandert in een boekhouder die beroep doet op de redelijkheid van het volk om hem te volgen in de “juiste” weg, waarmee er weinig ruimte is voor ideologische meningsverschillen. Dat zien we ook in Nederland. Jan-Kees de Jager of Jeroen Dijsselbloem op het Ministerie van Financiën – de verschillen in beleid zijn slechts marginaal.

De depolitisering van het politieke debat leidt ertoe dat het volk zich van de politiek vervreemdt. Echte keuzemogelijkheden ontbreken, waardoor er een crisis van de representativiteit ontstaat. Ondertussen zijn er grote misstanden in de Europese Unie, zoals een onacceptabel hoge (jeugd-)werkeloosheid in het zuiden van Europa, waar best sociaaldemocratische oplossingen voor te bedenken zijn. Decreus identificeert zichzelf daarom met bewegingen zoals de Indignados en Occupy Wallstreet, die zich afzetten tegen alle conventionele politiek en buiten de politiek om verandering proberen te brengen. Het zijn jongerenbewegingen met revolutionaire gedachtes, die zich tegen het bestaande systeem van ongelijkheid en gebrek aan democratie keren, waar mensen experimenteren met andere vormen van democratie en die alleen al daarom van belang zijn: ze laten zien dat er alternatieven zijn.

Iets te kiezen

Het recept om iets te doen voor deze mensen die hun vertrouwen in de politiek zijn verloren, is het ideologische debat weer terugbrengen. Europa heeft een radicaler links nodig. Een links dat haar sociaaldemocratische waarden weer voorop stelt. Een links dat de markt als een middel ziet, niet als een doel op zich. Een links dat onrechtvaardigheden aanpakt, ook al gaat dit in tegen wat de economische modellen ons voorschrijven. Werkgelegenheid voorop stellen, inkomensongelijkheid terugdringen en publieke dienstverlening versterken. Het kan, zodra we ons niet meer laten beperken door het neoliberale model.

Voor een groot deel betekent een radicaler links, zoals Decreus het wil zien, teruggaan naar de basis van de sociaaldemocratie. Wij willen de markt dienend maken aan mensen en niet andersom. Een actieve overheid die diensten levert waar mensen wat aan hebben, is een groot goed. Bezuinigen is niet de enige optie. We moeten kijken hoe we de inkomsten kunnen ophalen om investeringen die wij belangrijk vinden in de samenleving te doen. Daarmee pakken we gelijk de onwenselijk grote inkomensverschillen aan. Dergelijke politiek geeft uiting aan onze idealen. Politiek hoort geen boekhoudkundige som van optellen en aftrekken te zijn. Door radicaler voor onze kernwaarden te strijden, politiseren we het debat en winnen we het vertrouwen van de burger terug. Dan valt er eindelijk weer iets te kiezen – en zo hoort het.

Thomas Decreus schreef het boek Een paradijs waait uit de storm, Antwerpen: EPO, 2013