In Memoriam: Herman Noordegraaf
Op 18 november overleed Herman Noordegraaf. Zijn bijdrage aan de Banning Vereniging en voorgangers valt niet te overschatten.

Bij de Banning Vereniging en voorlopers deed Herman veel, heel veel. Hij was 19 jaar lang voorzitter van het Trefpunt PvdA en Levensbeschouwing en zat uit hoofde van die functie minstens net zo lang in het bestuur van de Banning Vereniging en voorganger Zingeving.net. Sinds de start van de Banningleergang (lange tijd de enige ideologische scholing binnen PvdA-verband) is hij voorzitter van het curatorium van de Banning Leergang geweest – het groepje mensen dat het thema en de inhoud van de leergang jaarlijks uitdacht. Op verzoek van anderen stond hij ook altijd op de rol als een van de sprekers. Generaties jonge PvdA’ers bracht hij kennis bij over het religieus socialisme. Over de Leidse theologiestudenten die de arbeidersgemeenschap ‘in religieuze zin wilden dienen’ en daartoe de Woodbrookers in Barchem oprichtten. Over hoe de SDAP ruimte maakte voor christelijke arbeiders door het woordje ‘dus’ te schrappen: het kapitalisme was niet langer economisch verouderd en dus zedelijk veroordeeld, maar economisch verouderd én zedelijk veroordeeld. Daarmee was een moreel, religieus of levensbeschouwelijk oordeel over het economisch systeem voldoende om je tot socialist te bekennen. Over het personalistisch socialisme van dominee Willem Banning, mede-grondlegger van de PvdA en Doorbraak, de individuele verantwoordelijkheid die mensen moesten nemen ten behoeve van de gemeenschap. Een dictum waar hij zelf als vanzelfsprekend naar leefde. Over vrede, over klimaat.
Hij was altijd bij de uitreiking van de Banningprijs en bij nieuwe initiatieven, zoals de Banning Lezing. Ook was hij altijd bij algemene ledenvergaderingen, of die nou in de sfeervolle Amsterdamse schuilkerk De Rode Hoed plaatsvonden of onder het systeemplafond van Vergadercentrum Vredenburg in Utrecht, en klaagde nooit over de plakkerige broodjes of de (te) zoute tomatensoep daar. Hij had ook altijd een beargumenteerde bijdrage. Op 26 november 2016 ontving hij de zilveren speld van verdienste uit handen van toenmalig partijbestuurslid Egbert de Vries. Na afloop kregen we als aanvragers bericht van de Schiedamse PvdA dat het jammer was dat we de Schiedamse afdeling niet hadden betrokken bij de aanvraag. Herman bleek een trouwe bezoeker van Schiedamse afdelingsvergaderingen en ze hadden de aanvraag graag ondersteund en een bloemetje gestuurd. Uit in memoriams van het Nederlands Dagblad en een Schiedamse nieuwssite blijkt dat hij ook nog zeer actief was bij de Schiedamse historische vereniging en negen jaar raadslid was voor de PPR. Hij was duidelijk verknocht aan zijn woonplaats, maar noemde dergelijke Schiedamse activiteiten eigenlijk nooit – dat had hij vermoedelijk onnodige borstklopperij gevonden. Jammer was het die keer wel, want iedereen die hem in partijverband kende, en dus ook de afdeling Schiedam, had hem die zilveren speld zeer gegund en had bij de uitreiking willen zijn. Hoe het allemaal in zijn agenda paste, naast zijn werk voor Arbeidspastoraat DISK, zijn hoogleraarschap en zijn gezin is overigens een raadsel.

Herman reisde altijd met het openbaar vervoer, hoefde nooit een financiële bijdrage voor zijn praatjes. Hij vroeg alleen een keer om een hotelovernachting in Makkum omdat hij daar niet op tijd met het OV kon zijn voor de onthulling van een plaquette voor het geboortehuis van Willem Banning. Samen met Eerste Kamerlid Marleen Barth en de PvdA-lijsttrekker in Súdwest-Fryslân Sjoerd Tolsma onthulde op een regenachtige februarizaterdag in 2014 de plaquette. Na afloop sprak hij over Bannings jeugd, leven en erfenis onder de Makkumse tegels van blauwwit aardewerk, met de inmiddels gepensioneerde kleinkinderen van Willem Banning in de zaal. “Banning wilde de economie dienstbaar maken aan hogere waarden als vrijheid en sociale gerechtigheid. Voor die uitdaging staan we nog steeds,” zei hij.
Hij wist altijd historische parallellen te trekken. Tijdens de Trefpunt-vergadering van 28 januari 2013 zou een ingelaste persconferentie van koningin Beatrix plaatsvinden. ‘De tijden zijn veranderd,’ zei hij. ‘Banning boycotte in 1923 in Sneek het 25-jarig regeringsjubileum van Wilhelmina nog, maar wij gaan om 19 uur bij wijze van intermezzo naar de rechtstreekse uitzending kijken waarin Beatrix haar aftreden aankondigt!!’
Herman is lange tijd een van de trekkers geweest van de protestantse werkgemeenschap binnen de PvdA. Hij was dé expert in Nederland ten aanzien van ‘rode dominees’ en religieus socialisme – en was vanzelfsprekend een van de sprekers tijdens een avond in de Rode Hoed over die rode dominees. Hoewel hij van de geschiedenis hield, hield hij zich niet krampachtig aan historisch gegroeide structuren. Toen de bezoekers van het Trefpunt PvdA en Levensovertuiging meer en meer begonnen te overlappen met de aanwezigen bij de bijeenkomsten van Banning Werkgemeenschap, bleek ook hij voorstander van een nieuwe vorm. In 2014 werd het Arbeidspastoraat DISK, waar ook Herman bij betrokken was, opgeheven wegens geldgebrek. Toenmalig voorzitter van de Banning Vereniging Mijnke Bosman-Huizinga zei dat ze het slikken vond – alle organisaties waar zij zich gedurende haar werkzame leven verbonden mee had gevoeld, verdwenen langzamerhand. Herman beaamde het, had het er wellicht ook even moeilijk mee, en ging toch blijmoedig verder. Oude vormen sterven, krijgen nieuwe vormen, en bij het formuleren van nieuwe gedachten laat je je inspireren door de oude.
Herman was een bescheiden en zeer kundige man. Zijn proefschrift Niet met de wapenen der Barbaren ging over de pacifistische en christelijk-socialistische dominee Bart de Ligt. Hij vertelde me eens dat hij bij de onthulling van het straatnaambord de Bart de Ligtstraat in Nuenen werd gevraagd om te spreken en uit zijn woorden bleek dat hij vereerd en ontroerd was. Bij een ander zou je dat als valse bescheidenheid zien, maar bij Herman niet. Als ik langs dat straatnaambordje fiets, moet ik altijd even aan hem denken. Het lemma ‘LIGT, Bartholomeus de’ in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland is uiteraard van Hermans hand. Toen ik hem eens vroeg of hij zijn zoon Bart naar De Ligt vernoemd had, beaamde hij dat.
Voor Herman was er een vanzelfsprekend verband tussen zijn werkzaamheden als bijzonder hoogleraar diaconaat en de politiek. Hij was in de jaren tachtig en negentig nauw betrokken bij de landelijke kerkelijke werkgroep ‘De arme kant van Nederland’ van de Raad van Kerken. Van daaruit voerde tijdens de kabinetten-Lubbers ‘felle discussies [met ministers] De Koning/De Graaf over het al dan niet voorkomen van armoede in Nederland’, schreef hij me in 2018. Pas het eerste Paarse kabinet erkende het bestaan van armoede in Nederland, in de troonrede van 1995 en in de beleidsnota De andere kant van Nederland, en zette een armoedebeleid op. Voor hemzelf moet dat toch ook erkenning van zijn inzet geweest zijn. Maar daar was het hem natuurlijk niet om te doen. Die maatschappelijke inzet was vanzelfsprekend – en daarin was hij echt een kind van de Woodbrookers en van Bannings personalisme.
Kritiek op anderen had hij zelden, of verpakte hij subtiel, waardoor het bij de goede verstaander des te harder aankwam. Slechts een keer heb ik hem iets onaardigs horen zeggen. Een beoogd spreker vond hij ‘cynisch’, en dat vond hij een ‘verwerpelijke eigenschap’. Als er dan ook iets was wat Herman niet kende, was het dat.
In 2022 bleek de kanker waarvan hij eerder hersteld was toch terug te zijn gekomen, artsen gaven hem nog drie tot vijf jaar. Zijn houding ten aanzien van de ziekte kenmerkte hem: ‘Ik ben er niet neerslachtig onder en “pluk de dag”.’ Wel ging zijn conditie achteruit en kreeg hij steeds zwaardere medicijnen. Uiteindelijk leefde hij nog drie jaar in blessuretijd. Hij zal zeer worden gemist.
Door Naomi Woltring
