Tijd&Taak: Interview Ahmed Marcouch: Van betekenis zijn voor de medemens. 

Interview Ahmed Marcouch: Van betekenis zijn voor de medemens. 

Op de dag dat zijn negende jaar als burgemeester van Arnhem start, spreek ik met Ahmed Marcouch. Inmiddels is Ahmed helemaal thuis in Arnhem. Hij zit in zijn mooie burgemeesterskamer en haalt herinneringen op aan eerdere contacten met de Banning Vereniging. 

Door Egbert de Vries

“Ik heb een keer gesproken voor de Banning Vereniging. Toen heb ik een verhaal verteld over mijn vader die te voet kwam. Een verhaal over de integratie van de islam in de samenleving.” Deze integratie schetste Ahmed langs zes thema’s, waarin hij ook het geven en nemen politiek definieerde. Bijvoorbeeld ruimte geven aan orthodoxie maar extremisme bestrijden. Hij baseerde zijn verhaal toen op zijn ervaringen als stadsdeelvoorzitter in Amsterdam Slotervaart, in de periode na de moord op Theo van Gogh, toen het thema van integratie van moslims en de islam veel aandacht kreeg. 

“Ik hield een pleidooi voor godsdienstonderwijs in het openbaar onderwijs. Dit om te voorkomen dat er bijzondere scholen op islamitische grondslag zouden komen. Christelijke scholen in de grote steden waren bijna seculier, en toch was er behoefte aan islamitisch onderwijs. Als je dan ruimte biedt in het openbaar onderwijs is die noodzaak er niet meer.”  Inmiddels zijn er meer islamitische scholen, maar destijds had dit mogelijk voorkomen kunnen worden. Ouders weten nu wel de weg te vinden om een dergelijke school op te richten. “In die tijd werd ik dus uitgenodigd door de Banning Vereniging om hierover te praten.” Hij haalt herinneringen op aan Jacques Wallage, die als een van de weinige PvdA’ers hem aanmoedigde met dit pleidooi door te gaan. En Wouter Bos, die hem steunde en zorgde dat er middelen vrij kwamen voor extra godsdienstonderwijs op openbare scholen – Wouter was toen minister van Financiën. Maar veel andere PvdA’ers waren het er niet mee eens. 

“Mijn geloof is dat ieder mens iets goddelijks in zich heeft.”

Gevraagd naar zijn levensbeschouwing zegt Ahmed: “Ik ben belijdend moslim. Iedereen heeft er zo zijn eigen associatie bij als ik dat zeg. Zo voelen humanisten zich er soms ongemakkelijk bij, omdat ze vinden dat mijn kijk op de wereld lijkt op die van humanisten. Dus hoe zit dit? Ik kan daar ook een heel eind in mee gaan, én ik geloof in een God. Mijn geloof is dat ieder mens iets goddelijks in zich heeft.” Ahmed bedoelt daarmee dat de aarde God’s schepping is en alles dat daarop te vinden is, dus dat ieder mens goddelijk en heilig is. Ieder mens verdient achting en respect. Zoals Spinoza het stelde: God manifesteert zich in Zijn schepping, en dus ook in de natuur, in de natuurwetten en in de mens.

Voor Ahmed is zijn levensbeschouwing een belangrijke bron van kracht en inspiratie. “Het helpt mij om mezelf te verbeteren. Het is ook iets heel persoonlijks. Het is voor mij niet zo dat ik aan missie en zending doe om anderen te overtuigen. Ik benader wel iedereen vanuit het uitgangspunt dat ieder mens goddelijk is.” En zo speelt het nemen van stilte, doen aan reflectie ook een rol in zijn werk.

Het belijden van zijn geloof doet Ahmed niet heel openbaar. Het is zichtbaar als hij naar de moskee gaat of aan het gebed doet. Tijdens de ramadan, die inmiddels natuurlijk ook bij veel niet-moslims bekend is, doet hij mee aan het vasten en dat nemen mensen dan waar. Maar verder is het niet voortdurend onder de aandacht. 

“Ik ben erin grootgebracht. En gaandeweg er meer autonoom denkend in geworden. Meer in de lijn van Spinoza: hoe je als gelovige door het leven gaat, zoekend en onderzoekend.”

“Als voor mensen religie belangrijk is moet je het daar ook over hebben.”

Niet altijd wordt er positief gereageerd op religie in het openbare leven. Zeker in de grote steden als Amsterdam die heel seculier zijn. Ahmed herinnert zich de gesprekken over de PvdA-notitie over integratie, in 2007 en 2008. PvdA’ers als Eberhard van der Laan waren fel antireligieus terwijl iemand als Job Cohen meer een middenpositie innam. Onder leiding van Lilianne Ploumen werd het gesprek aangegaan. “De integratie-notitie mocht in mijn ogen niet alleen een verhaal worden over sociaaleconomische verschillen, zoals ze toen dachten. Als voor mensen religie belangrijk is moet je het daar ook over hebben, mensen welkom heten, ze komen door verheffing toch wel tot andere religieuze inzichten. Dan verandert je geloof, of laat je misschien je geloof vallen en dat moet ook kunnen.”

Tegen zijn voorstellen was veel oppositie van mensen die religie er op die manier niet in wilden hebben. Totdat Jos de Beus opstond en stellig zei: “Jullie zijn een stelletje hypocrieten. Ahmed is de enige die eerlijk is over geloof.” Hij stelde dat andere sprekers zich zo afzetten, omdat ze eigenlijk een geloofstrauma hadden vanwege wat er in hun jeugd of omgeving was gebeurd. Ahmed geeft aan dat hij door die inzichten wel empathischer is geworden richting mensen die zich antireligieus opstellen. 

Kleurt zijn levensbeschouwing ook zijn loopbaan, en keuze voor het politieke bestuur? “Ik ben religieus gevormd in mijn kindertijd. En dan ben je erin gesocialiseerd dat van betekenis zijn voor de medemens het beste is wat je in je leven kunt doen. Dat ben ik mijn hele leven op gaan zoeken.” Ahmed was altijd al maatschappelijk actief in zijn buurt, maar dat nam toe na de moord op Theo van Gogh. Want in die periode ontstond een nieuwe confrontatie tussen mensen met een islamitische achtergrond en anderen in de samenleving. Waar in de eerdere periode die confrontatie vooral ging over gezinshereniging en de verandering in de wijken en buurt, ging het nu veel meer over de religie zelf, mede door opkomst van radicale bewegingen. Ahmed viel op en werd gebeld door Hans Luijten, toen PvdA afdelingsbestuurder, of hij actief wilde worden. 

Voor zijn aankomst bij de PvdA trekt Ahmed de parallel met de jonge Abraham. “De jonge Abraham twijfelde over de afgoden en toen zag hij de zon, zo groot en krachtig. Dat moest God wel zijn. Tot het moment dat de zon onderging. Dat kan God niet zijn want God is er altijd. Toen zag hij de maan. Die leek de hele nacht zo krachtig en sterk, en God, maar ook die verdween. Zijn zoektocht ging door, en hij realiseerde zich dat de zoektocht de status quo is. Je hebt kennis nodig van de wereld, de wetenschap, en verwondering over de schepping.” 

Zo was ook zijn politieke zoektocht. Als jonge Ahmed was hij onder de indruk van Ernst Hirsch Ballin, een heel integer politicus en hij stemde op hem. Tot het moment dat er discussie ontstond of een moslim wel namens het CDA zitting kon nemen in de Kamer. Ineens was de C van het CDA uitsluitend geworden. Daarna werd Ahmed lid van de SP. “Ik was onder de indruk van hun anti-oorloghouding, met name in de eerste Golfoorlog. Marijnissen stond ergens voor en kon tegen de stroom ingaan. Toen ben ik als lid naar een ledenavond van de SP gegaan, maar daar voelde ik mij echt niet thuis. Ik raakte gedesillusioneerd.” En toen kwam Ahmed alsnog bij de PvdA uit, de partij waar zijn vader aanhanger van was, die was fan van Den Uyl. Als tiener wil je zelf uitvinden wat bij je past maar Ahmed kwam uiteindelijk terug bij de PvdA. “Solidariteit, het verheffingsideaal, onderwijs, een rechtvaardige samenleving met sociale rechtvaardigheid. Ik zie de PvdA niet als anti-rijk maar als een partij die iedereen vraagt wat bij te dragen.” Binnen de PvdA heeft Ahmed nooit het conflict gevoeld tussen de sociaaldemocratische waarden, hoe hij politiek in het leven staat en hoe hij religieus erin zit. 

“In mijn privé geloof en progressiviteit voel ik geen conflict.”

Ahmed ziet voor zichzelf die tegenstelling niet, maar anderen soms wel. En dan heeft hij over zijn keuzes wat uit te leggen. “Bijvoorbeeld, ik ben Slotervaart gestart met een Gay parade. Aan moslims moest ik uitleggen dat dit was omdat je mensen in hun waarde moet laten, ook als ze anders zijn dan jij. Er was verwondering aan beide kanten, bij de gay community en bij de religieuze netwerken. Maar het gaat uiteindelijk om mensenrechten.” Het gaat erom dat je leert kijken naar de ander. “Een homo met een islamitische achtergrond, of christelijke achtergrond, waarom zou dat niet kunnen? Wie gaat daarover?”

“In mijn privé geloof en de sociaaldemocratie en progressiviteit voel ik geen conflict. Mensen van buiten zien dat soms niet. Daar heb ik wel last van gehad. Je wordt benaderd vanuit, ‘zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten’. Men verdenkt je ervan een dubbele agenda te hebben en daar heb ik soms wel last van. Echter zeg ik geen zaken omdat ik moslim ben, en ik ben niet bezig met zieltjes winnen voor de islam. Ik probeer aan te geven wat goed is voor de samenleving vanuit mijn inzichten, ervaring en kennis.”

Soms volstaat het om dit nog eens duidelijk toe te lichten aan mensen, maar soms is het ook hardnekkig. Ahmed wordt al 20 jaar beschimpt in sommige kringen. “Ik kan daar inmiddels heel goed tegen, maar het wordt wel vervelend als door al die uitlatingen andere mensen worden misleid als het gaat om mijn werkelijke opvattingen. Ik heb er ook last van als andere moslims mij menen te moeten voorschrijven hoe ik mijn geloof moet beleven. Inmiddels is dat wel afgenomen. Ik ben door sommigen geëxcommuniceerd, maar de meesten zeggen gelukkig dat ze iets van mij hebben geleerd.”

Foto: gemeente Arnhem/Eva Broekema.