Na zeven jaar stopt Marleen Barth met het voorzitterschap van de Werkgroep Banning Conferenties, de werkgroep die de voor- en najaarsbijeenkomsten van de Banning Vereniging organiseert. Het fractievoorzitterschap van de PvdA in de Eerste Kamer slurpt te veel tijd. Een afscheidsinterview.

Portretfoto Marleen Barth
Marleen Barth

Toen je aantrad als voorzitter zei je dat partijgenoten zelden de moeite nemen om religieuze taal te verstaan. Hoe is dat nu?
Dat is binnen de partij niet veranderd. En binnen de samenleving is het steeds ingewikkelder geworden om elkaars taal te verstaan. Nederland ontkerstent en het beeld dat mensen hebben van religie is negatiever geworden. Zeven jaar geleden was ik daar optimistischer over. Ik dacht dat jonge mensen opener tegenover religie zouden staan omdat zij niet de negatieve ervaringen van persoonlijke onderdrukking binnen de kerk hadden. Ik voelde toen meer openheid naar religie. Het religieus gemotiveerde geweld maakt mensen kopschuw. Dat is begrijpelijk, maar ook zorgelijk voor iedereen die gelooft. Verreweg de meeste gelovige mensen zijn immers niet gewelddadig.

Veel mensen lijken moeite te hebben met de koppeling tussen religieus zijn en staan voor een pluriforme, tolerante samenleving. Zij lijken te denken dat voor religieuze mensen hun religie uiteindelijk boven hun politieke idealen gaat. Hoe zie jij dat?
Mijn politieke idealen vloeien voort uit mijn geloof. Juist omdat ik geloof dat ieder mens naar Gods evenbeeld geschapen is, geloof ik dat alle mensen gelijk zijn en dus in een pluriforme samenleving. Ik zal daarom nooit mijn eigen overtuigingen boven die van een ander plaatsen. Ik denk dat heel veel gelovige mensen van goede wil zich machteloos voelen in de huidige situatie. Er is bijna niet meer door te komen met de boodschap dat religie door terroristen als smoesje, als schaamlap gebruikt wordt om gewelddadig te mogen zijn. Die onmacht is bij mij ook toegenomen.

Wat vond je van Asschers oproep tijdens het PvdA-congres om je te verhouden tot je religie?
Ik was daar heel blij mee, omdat hij liet zien dat er ruimte is voor je levensovertuiging als je actief bent in de PvdA en dat we binnen de partij verbonden worden door het streven naar een pluralistische democratie waarin alle mensen de kans krijgen zich te ontplooien. Dat heb ik zelf ook geprobeerd te laten zien in mijn toespraak op het congres. Het geweld dat sommige moslim-extremisten gebruiken zit potentieel in alle mensen. Het vermogen om lief te hebben zit ook in alle mensen. In de politiek moeten we proberen de samenleving zo in te richten dat de zachte krachten de ruimte krijgen en de slechte eigenschappen die we allemaal in ons dragen minder ruimte krijgen. Maar daar is onderdrukking, belediging en uitsluiting van groepen gelovige mensen niet het antwoord op.

De Tweede Kamerleden Kuzu en Özturk verlieten de PvdA-fractie om een partij op te richten, naar eigen zeggen vanwege de harde partijlijn tegenover moslims en immigranten. Vind je dat ze een punt hebben?
Nee, ik heb dat niet begrepen. Het vertrek van de twee Kamerleden heeft veel aandacht gekregen. Maar de drie vrouwelijke PvdA-leden van Turks-Nederlandse afkomst zitten nog gewoon in de fractie. Dat zegt genoeg, lijkt me.
Er speelden rond hun vertrek allerlei andere dingen. Zo’n openlijk conflict in de partij is altijd naar, maar er blijft ruimte in de PvdA voor mensen die geloven. De PvdA is de partij van de Doorbraak! De PvdA wil alle mensen die staan voor meer gelijkheid en vrijheid verenigen, ongeacht hun achtergrond. Dat was in 1946 een heel bijzonder signaal. Die Doorbraak is nu actueler dan ooit.
Met het vertrek van deze twee fractieleden is wel duidelijker geworden waar de PvdA voor staat. Je probeert op diverse achtergronden mensen te verenigen onder het zelfde ideaal. En ons ideaal is dat ieder mens gelijke rechten heeft. En dus ook homo’s, ook vrouwen en ook moslims. Als jij als moslim vindt dat homo’s geen gelijke rechten hebben – van mij mag je er zijn. Het is een vrij land dus mensen mogen dat vinden, maar dan ben je niet op je plek in de Partij van de Arbeid. Als je in de PvdA zit, moet je ook met een moslimachtergrond willen werken aan een wereld waarin ook homo’s en vrouwen vrije mensen zijn, die zich kunnen ontplooien en ontwikkelen zoals zij zijn. Dat is ons ideaal. Iedereen is welkom binnen de PvdA, zo lang je onze idealen deelt. Als je die niet deelt – even goede vrienden, maar dan kun je geen volksvertegenwoordiger voor de PvdA zijn.

Binnen Trefpunt PvdA en Levensovertuiging zeiden enkelen: gun de moslims wat tijd, het heeft ons ook veel tijd gekost.
Dan zeg ik: prima, maar niet binnen de PvdA. Wij zijn inmiddels zo ver! Die strijd is voor ons geslecht. Word dan lid van een andere partij.

Kan je homoseksualiteit op religieuze gronden zondig vinden en toch politiek voor homorechten zijn?
Ik zou dat zelf niet kunnen. De katholieke kerk heeft moeite met homoseksualiteit. Maar ik lap dit gedeelte van wat de katholieke kerk vindt vol enthousiasme aan mijn laars. Voor mij is de gelijkheid van alle mensen echt belangrijker dan de politieke opvattingen van de katholieke kerk. Ik ben lid van de katholieke kerk voor zijn spirituele agenda, niet voor zijn politieke. Zo zouden moslims ook naar de islam kunnen kijken. Jezus heeft gezegd: geef de keizer wat aan de keizer is en geef aan God wat aan God is. Gelijkheid is echt een politiek debat. Alle mensen die gelijkheid als essentie van hun politieke opvattingen beschouwen, zijn in de PvdA op hun plek.

Waarop kijk je als voorzitter van de Banning Werkgemeenschap terug met de meeste voldoening?
Op de bijeenkomsten die we organiseerden. Acht jaar geleden besloot de Protestantse Werkgemeenschap tot een doorstart. We werden oecumenisch en vernoemden ons naar Banning. We besloten dat we mensen wilden inspireren tijdens bijeenkomsten in de Rode Hoed. De kwaliteit van de discussies tijdens die bijeenkomsten is altijd heel hoog. Ik ben er heel trots op dat we dat met het bestuur voor elkaar kregen. Als ik op zondagochtend wakker werd, had ik echt niet altijd zin om naar De Rode Hoed te komen – er gaan immers best veel weekenden op aan de partij. Maar ik kwam er altijd blij en geïnspireerd vandaan, met nieuwe inzichten waarmee ik weer weken vooruit kon. Het is met pijn in mijn hart dat ik ermee ophoud. De Eerste Kamer kost gewoon heel veel tijd en energie. Bovendien moet je het na zeven jaar een organisatie gunnen dat er iemand met nieuwe ideeën komt. Ik kan iedereen in de partij aanraden, ook als je niet gelovig bent, om af en toe naar de bijeenkomsten van de Banning Vereniging te komen. Het werken aan het gedachtegoed van de PvdA gebeurt er op zo’n hoog niveau – dat is voor iedereen die actief is in de partij interessant en inspirerend.